Anderhalve meter verderop gaat hij tegenover mij zitten in de tuin. In de documentaire voor mijn studie journalistiek voorgesteld als Gerard Engel, voor mij al meer dan 20 jaar mijn opa. De opa die met zijn rustige stem mij vroeger voorlas, aan wie ik mijn ideeën voor school voorleg en met wie ik gelezen, (oorlogs) boeken uitwissel en bespreek.
De afgelopen jaren heb ik al regelmatig verhalen van opa gehoord, zo ook over zijn kinderjaren tijdens de tweede Wereldoorlog. Nu hebben we echter eindelijk de tijd om er daadwerkelijk iets mee te doen. Sommige gebeurtenissen staan nog vers in zijn geheugen gegrift. “Dat soort dingen blijven je altijd bij” zegt hij tegen mij wanneer ik de camera aanzet.
“Wat ik me nog kan herinneren is uit de laatste jaren van de oorlog. De eerste jaren had ik natuurlijk nog geen besef wat er eigenlijk allemaal aan de hand was. Ik werd namelijk in het begin van de oorlog geboren. Het heeft in die laatste jaren wel een enorme indruk op mij gemaakt, dat zijn echt ingrijpende dingen geweest.”
“Als kind zat ik met een treintje te spelen in de erker. Plotseling zag ik Duitse soldaten voorbijkomen. Snel hield ik het treintje onder de vensterbank. Ik was bang dat ze hem weg zouden pakken. En ook het jankende geluid van vliegtuigen, de stipjes aan de hemel en de vallende bommen kan ik me nog goed herinneren. Het is apart dat je toen, terwijl je nog maar vier jaar oud bent, al wist dat je moest maken dat je wegkwam anders kwam er een bom.”
We stoppen even omdat ik het gevoel in mijn armen langzaam voel verdwijnen door het filmen met mijn telefoon. “Doe ik het een beetje goed?” vraagt opa weifelend. Ik knik instemmend en we vervolgen ons gesprek.
“Van de bevrijding kan ik ook nog dingen zo voor de geest halen. We zagen, in mijn ogen toen, enorme grote tanks het bouwland op jagen. De mannen stapten uit, pakten allemaal blikken tinnetjes, zo noemen ze dat, en gingen dan een potje koken. Maar we kregen ook kauwgom en chocola. Dat was prachtig om mee te maken natuurlijk.” Opa begint nog te glunderen wanneer hij dit vertelt. “Bommen die door de Engelsen niet gelost waren in Duitsland, werden hier in het buitengebied alsnog naar beneden gegooid. We zijn natuurlijk gaan kijken naar de gaten die hierdoor ontstaan waren. Je wilt niet weten hoe groot die waren, enorm.” Hij beeldt het uit met zijn handen, maar zijn manier van vertellen zegt eigenlijk al genoeg.
“De tweede wereldoorlog heeft me eigenlijk altijd beziggehouden. Ik lees, zoals je weet, nog vaak boeken over de oorlog. Ik vind het verbazingwekkend hoe dit alles kon gebeuren in Nederland. Er is maar één keer een staking geweest om voor de Joden op te komen, maar daar werd iedereen zo erg in de pan gehakt dat daarna niemand meer durfde. Er zijn zoveel mensen op een zo’n lafhartige en smerige manier afgevoerd en vermoord. Het is onbegrijpelijk, dat mensen dat kunnen.”
Opa is een onwijs lieve man, maar kan in zijn bewoordingen soms best fel zijn. Ik voel deze felheid ook opspelen wanneer we het hebben over het leed dat onder andere Joden is aangedaan in de oorlog. Het ongrijpbare onrecht, dat is iets waar hij heel slecht tegen kan. Het ongrijpbare is eigenlijk iets waar hij ook vandaag, door het coronavirus, nog mee te maken heeft. Door de slechte gezondheid van zijn vrouw en mijn oma moeten ze erg voorzichtig zijn en kunnen ze niet meer in de buurt komen van anderen. Iets wat ze juist zo hard nodig hebben en door opa altijd omschreven wordt als ‘de kers op de taart’.
Hij slaakt een diepe zucht als ik begin over de tijd waarin we nu leven. “Ik voel niet per se angst, maar ik ben vooral bezorgd. Het is een ongrijpbaar iets. Het kan zomaar links of rechts toeslaan. Het enige wat je kunt doen is goed oppassen, goed je handen wassen en mensenmassa’s vermijden. Ik vind het wel een ellendige tijd. Vooral als je 70+ bent, dan zit je ook nog in een hoek waar je je buitengesloten voelt. De hele samenleving komt nu weer een beetje op gang, maar de risicogroepen, waar oma en ik bij horen, moeten zich maar een beetje gedeisd houden. Ik voel me eigenlijk best beperkt in mijn vrijheid, ik ben bij alles bedacht of ik het wel kan doen. In de oorlog werd je de vrijheid ontnomen door anderen, nu wordt het je ontnomen door iets vaags als dit virus. Dat is anders.”
Je zou een boek kunnen schrijven over alle verhalen die opa mij de afgelopen jaren verteld heeft, of zelfs over zijn hele leven. Wie weet schrijf ik dat boek ooit nog eens in de toekomst. Als het aan opa, en ook aan mij, ligt raken we namelijk nooit uitgepraat.
3 reacties
Wauw… no words maar wat schrijf je dit mooi en meelevend
Mooi geschreven, Rachel!
Prachtig geschreven Rachel, ik ken jouw lieve opa en zie het hem vertellen en het ontroerd mij diep zoals jij dat opschrijft!
En dat boek… dat komt er vast!